In De Muze komen opmerkelijke theatermakers aan het woord die gezelschappen kunnen inspireren. Voor dit nummer zijn dat Alexander Devriendt en Aurélie Lannoy van theatergezelschap Ontroerend Goed. De zon straalt wanneer we het binnenplein van het STAM-café in Gent betreden. Alexander en Aurélie stralen ook. Hun voorstelling Fight Night wordt laaiend onthaald. Hoewel de voorstelling al in 2013 voor het eerst te zien was, speelt ze nu opnieuw. En dat doet hen reflecteren over de weg die het stuk heeft afgelegd, maar ook over zichzelf als gezelschap en als mensen.
Waar gaat jullie voorstelling over?
Alexander: “Het is lang geleden dat we Fight Night maakten. Het basisprincipe is dat het publiek de acteurs weg kan stemmen. Onze toeschouwers krijgen stembakjes mee in de zaal en zij kiezen welke acteur als enige overblijft op het einde van de voorstelling. Wie de verkiezing wint, zeg maar. Er zijn zo vijf stemrondes in de voorstelling en tussen elke stemronde krijgen de acteurs de kans het publiek te overtuigen met debatten, speeches… Het gaat over stemgedrag en democratie.”
Aurélie: “Vaak projecteert het publiek de politieke issues in dat land op de voorstelling. Zo wordt de voorstelling steeds een barometer voor de democratie van een land.”
Alexander: “Dit opent ook deuren voor interessante gesprekken in de foyer achteraf, zowel met jongeren als volwassenen. Ik vind daar het voordeel van theater in zitten. Het is voor een uur de tijd een moment van reflectie. Hoe zou ik stemmen als het geen realiteit was? En wat leert me dat als ik dan effectief in het stemhokje een bolletje moet kleuren?”
Aurélie: “Je bent ook beschermd door de manier waarop de voorstelling is georganiseerd. Het is een uitnodiging om deel te nemen aan de voorstelling. Daar zijn we bij Ontroerend Goed ook heel goed in geworden. Bij Fight Night heb je 300 individuen in de zaal, maar dat blijven personen. Als mensen naar een interactieve voorstelling komen, hebben ze een bepaalde kwetsbaarheid. Bij ‘The Smile Off Your Face’ bijvoorbeeld zit het publiek heel dicht bij ons. We spelen de voorstelling letterlijk voor één persoon per keer. Dan ligt er heel wat verantwoordelijkheid bij ons om hun emotionele veiligheid te waarborgen.”
Alexander: “We zijn wel verzacht in die interactie. In 2011 maakte ik een voorstelling ‘Audience’ waarin ik een camera op het publiek richtte. Nu hanteer ik een soortgelijke techniek, maar gebruik ik de camera helemaal anders. Toen zoomde de camera in, nu is het niet meer zo intrusief en toont het gewoon wie er in de zaal zit. Even spannend, maar zachter.”
Hoe komt het dat jullie ‘zachter’ zijn geworden in jullie aanpak?
Alexander: “We moeten de mensen niet meer wakker schudden. Ze zijn al wakker! Ze weten al dat het niet goed gaat met de wereld."
Aurélie: “De vraag is hoe we er nu mee om moeten gaan. De middelen moeten dus ook niet meer zo extreem zijn. Zachtheid heeft ook iets politieks. Zachtheid en schoonheid hebben een kracht die verandering teweeg kan brengen. En zo kunnen we ons focussen op verbinden. Ik denk dat wereld af en toe wel wat verbinding kan gebruiken.”
Alexander: “Ik vind het mijn taak om als kunstenaar mijn eigen wereldbeeld te bevragen, maar ook dat van de bezoeker. Door de huidige focus op complottheorieën hebben we helemaal geen aandacht meer voor verbinding. Daarom is het voor ons net nu provocatief om mensen te bedanken dat ze er zijn, samen. ‘Thanks for Being Here’ is dan ook de titel van onze nieuwe voorstelling. Ik blijf het wereldbeeld bevragen, maar dat hoeft niet per se meer in de frictie te zitten. Het is bijna provocatief om een situatie te gaan opzoeken waarin twee mensen die politiek lijnrecht tegenover elkaar staan, toch begrip voor elkaar kunnen tonen."
Die verbinding gaan jullie ook bijna letterlijk aan. Fight Night heeft een indrukwekkende internationale speellijst?
Alexander: “We wilden de voorstelling niet maken met een paar Vlamingen over de democratie van België. We wilden hem maken met één Iers-Australische, één Joods-Griekse persoon die in Australië woont... Ik denk niet vanuit: Ik ben een kunstenaar, en Vlaming. Ik denk: Ik ben een kunstenaar en ik maak werk vanuit mijn gedachten als mens. Ik leer meer door het ontdekken en herkennen van patronen dan het isoleren van één specifieke situatie.”
Aurélie: “Weet je nog de eerste keer in Marokko?”
Alexander: “Ja! De eerste keer dat we met Ontroerend Goed in het buitenland speelden, was in Marokko. We speelden in Marrakech,maar ook in een paar kleine dorpen. Iemand zou ons daar helpen om de voorstelling aan te passen. Eerst de muziek, dan de figuur van Sinterklaas en zo verder... De voorstelling veranderde echt, maar de essentie bleef dezelfde. We hebben daar een verbinding gevonden met een cultuur waar we niet veel gemeen mee hebben. En daar heb ik gevoeld: Dit wil ik graag.”
Aurélie: “We koesteren dat ook. Als we voelen dat we in een deel van de wereld al even niet meer gespeeld hebben, willen we dat meteen herbekijken.
Alexander: “En als je iets maakt in één land en dat werkt, dan neem je dat mee in je volgende maakproces. Dat breder referentiekader dat je opbouwt, verruimt heel veel.”
Aurélie: “Je voelt dat we allemaal maar mensen zijn. En dat werkt verbindend.”
Alexander: “Die bevraging is zo belangrijk. Wat is een aanname en wat is echt menselijk? Je gaat een gesprek ook op een andere manier aan als je vertrekt vanuit de gelijkenissen tussen culturen. Je hoeft niet steeds van het verschil uit te gaan.”
Zijn er grote verschillen tussen hoe mensen uit verschillende landen op de voorstelling reageren?
Aurélie: “Op een bepaald moment praten we in Fight Night over een beer. Dat komt van een campagne van Ronald Reagan die het over Rusland had. Die beer symboliseerde daar het gevaar. Ons internationaal publiek spreekt ons na een voorstelling altijd aan: Oh, jullie hebben het voor ons aangepast! Maar dat is niet zo! Elk land interpreteert die beer steeds op zijn eigen manier.”
Alexander: “Als je in Rusland speelt, dan staat de beer voor Poetin; in Hong Kong voor China; in Europa migratie…”
Aurélie: “Of de angst voor extreemrechts!”
Alexander: “Met de voorstelling wilde ik onderzoeken wat de trucs en tactieken zijn die politici gebruiken, eerder dan over welke sociale problemen ze het hebben. En die principes hebben we gebruikt. Het principe van de underdog, het principe van de zelfzekere, de BV die zich verkiesbaar opstelt...”
Aurélie: “Mensen stemmen doorheen de voorstelling op hun favoriete kandidaat. In het begin zie je enkel het lichaam en moet je al een eerste keer stemmen. Ik heb gemerkt dat in Frankrijk en België Charlotte De Bruyne altijd de eerste ronde won. De drie mannen en ik nooit (lacht). In Amerika was op een gekke manier altijd ik diegene die de meeste stemmen kreeg in de eerste ronde.”
Alexander: “Er zit ook een vraag in de voorstelling die peilt naar hoezeer je jezelf als seksistisch, racistisch of agressief zou inschatten. In landen als Australië en Amerika erkent bijna iedereen dat ze wat racistisch zijn, maar hier in België ontkennen mensen dat. In Hong Kong ook. In het begin ben je gefocust op de verschillen, maar hoe meer we spelen, hoe meer de gelijkenissen opvallen. Zelfs in een land als Hong Kong waar de cultuur heel anders is, herken je de patronen. De patronen van de underdog, de afstraffing van arrogantie... In onze voorstelling ‘£Y€$’ zagen we dat ook. Het gaat over gokken. In sommige landen wordt dat gezien als iets spannends, in andere als iets negatiefs.”
Aurélie: “Uiteindelijk voel je dat de verhouding tussen geld en hebzucht voorvaderlijk is: dat het principes zijn die in onze genen zitten. Dat die via de cultuur wordt doorgegeven, ook al is die verschillend.”
Alexander: “Natuurlijk zijn er ook verschillen. Als we ‘Wijven’ hier speelden, werd het met de grond gelijk gemaakt omdat we zogezegd niet voorbij de clichés geraakten. In het Verenigd Koninkrijk kregen we vijf sterren van de BBC."
De voorstelling zag het licht in 2013 en speelt nu opnieuw. Merken jullie dat de tijden veranderd zijn?
Aurélie: “Voor mij is de voorstelling nog altijd even sterk als toen. We hebben wel een paar aanpassingen gedaan, omdat de wereld verandert en sommige dingen niet meer fair zijn om te vragen of zeggen. Dat is belangrijk voor ons.”
Alexander: “We trekken nu in september naar Amerika om daar te gaan touren. De laatste keer dat we er waren, was Trump nog niet verkozen. Nu keren we terug en ben ik benieuwd welke gesprekken we daar met het publiek zullen voeren. Je voelt wel dat Fight Night een middel is om de democratie te gaan bevragen, en we merken dat die democratie de afgelopen tien jaar heel wat scherper is geworden. Kijk maar naar onze Noorderburen."
Binnen enkele jaren stemt België opnieuw. Komt er een Fight Night 3.0?
Alexander: “Ik zou nu geen Fight Night meer maken. Wat niet wil zeggen dat we geen mooie herinneringen hebben aan Fight Night. Ik ben blij dat de voorstelling nog relevant is, maar als maker wil ik intussen een nieuwe boodschap uitdragen: zoals we daarnet al aanhaalden, minder frictie opzoeken.”
“Tijdens de repetities in Rusland, zo’n zes jaar geleden, voor de oorlog met Oekraïne, kregen we problemen met het computersysteem. We vroegen aan de productie of ze dat konden oplossen en dat was geen probleem. Een paar maanden later kwam ik naar de voorstelling kijken en herkende ik wat er gebeurde op scène. Het stemgedrag van de hele voorstelling kwam 100% overeen met wat ik tijdens de repetities had gezien. Ik vroeg wat er aan de hand was en het antwoord was: “Yeah, the computer system doesn’t work, so we just rig them.” (lacht)
Aurélie: “En elke avond bedacht hij andere resultaten. Dat is natuurlijk een perfecte metafoor voor het systeem."
Het gesprek loopt op z’n einde wanneer de zon haar hoogste punt bereikt. We wandelen samen naar een groene oase waar we nog een paar foto’s nemen wanneer collega’s van Ontroerend Goed ons tegemoet wandelen. Voor even voelt het alsof de wereld goed draait. Iedereen in verbinding staat en we enkel onze gelijkenissen vieren. En laat dat de kracht van Ontroerend Goed zijn.