Er wordt weleens gezegd dat acteurs professionele leugenaars zijn. Zo vindt Shia LaBeouf acteren een spelletje voor bedriegers. En ook buiten zijn acteerwerk neemt de acteur al eens een loopje met de waarheid. Hij geeft bijvoorbeeld toe dat het plot van zijn zogezegde autobiografische film Honey Boy (2019) over zijn gewelddadige vader “complete nonsens” is. Volgens Cate Blanchett is de stelling dan weer een misvatting: “Mensen nemen aan dat acteurs geboren leugenaars zijn, maar ik denk dat het net de job van een acteur is om de waarheid te vertellen. En ik heb me gerealiseerd dat ik geen goede leugenaar ben.” Twee zeer verschillende meningen, maar wat is het nu? Zijn acteurs betere leugenaars, of niet?
Om die vraag te beantwoorden, moeten we eerst even kijken naar wat de gelijkenissen en verschillen zijn tussen acteren en liegen.
Elke acteur kan je vertellen dat acteren een complexe aangelegenheid is. Ten eerste is de acteur er zich van bewust dat hij aan het acteren is, maar tegelijkertijd gelooft hij ook dat hij pakweg Agamemnon is die naar huis terugkeert na een bloederige oorlog. Ook het publiek ziet Agamemnon voor zich opduiken, maar weet uiteraard dat de acteur het podium levend en wel zal verlaten. Om de zaak nog wat ingewikkelder te maken, is de acteur zich ook bewust van het feit dat het publiek wéét dat hij aan het acteren is, maar ook dat het publiek van hem verwácht dat hij doet alsof hij Agamemnon is. Als de vierde wand niet doorbroken wordt, moet hij zelfs doen alsof er helemaal geen publiek is. Een acteur kan dus perfect een fantastische Agamemnon neerzetten zonder dat iemand hoeft te geloven dat hij écht Agamemnon is.
Een leugenaar daarentegen is niet bepaald een goede leugenaar wanneer we weten dat hij ons om de tuin wil leiden. De voorkennis van het publiek is volgens Oscarwinnares Helen Mirren de reden dat acteurs niet de beste leugenaars zijn: “Acteurs zijn slechte leugenaars, omdat iedereen beseft dat ze een rol spelen en niet zichzelf zijn. Ik kan zonder problemen andere beroepsgroepen opsommen die veel beter liegen: makelaars, advocaten en niet te vergeten politici. Van hen weet je nooit of zij de waarheid spreken. Bij acteurs is dat altijd het geval.”
Toch kan je Helen Mirren ook tegenspreken. Denk maar aan verborgencameraprogramma’s, of situaties waarbij een speler uit diens rol valt of zich onder het publiek mengt. Hier treedt verwarring op, omdat het publiek plots niet meer weet wat te doen. Moeten we ingrijpen, of is dit de bedoeling?
Acteurs en leugenaars creëren elk een eigen werkelijkheid. Maar acteurs spelen bewust met de grens tussen realiteit en fictie, waar leugenaars die grens net willen uitvlakken. Een goede leugenaar doet zich daarom het best voor als iemand die nauw bij zichzelf aanleunt. Bovendien wordt een plausibele leugen gemakkelijker geslikt dan één die te goed is om waar te zijn. De mail van de Nigeriaanse prins die je ongekende rijkdom belooft, wordt zonder pardon naar de spamfolder doorverwezen. Als Jos te laat aankomt op het werk omdat de trein vertraging had, neigen we hem te geloven, ook al had hij zich verslapen. Een acteur heeft daarentegen de vrijheid om allerlei personages en situaties te verkennen: iemand die dicht bij zichzelf staat of net een larger-than-life personage in een absurde wereld.
Tot slot is er ook een moreel verschil tussen acteren en liegen. We zien liegen vaak als immoreel: het gaat erom te verdoezelen en te manipuleren. Acteurs hebben een ander doel: ze willen hun publiek niet overtuigen van onwaarheden, maar willen hen meenemen in een emotie, ervaring of verhaal. We kunnen zeggen dat acteurs goede leugenaars zijn in de morele zin van het woord.
Nu blijft de oorspronkelijke vraag nog altijd onbeantwoord: zijn acteurs betere leugenaars? Er is tot dusver weinig wetenschappelijk onderzoek over te vinden, maar een artikel in Scientific American licht toch al een tipje van de sluier op. Onderzoekers somden 18 kenmerken op waaraan een goede leugenaar voldoet. En wat blijkt? Er is toch wel wat overlap tussen liegen en acteren. De onderzoekers spreken Helen Mirren zelfs expliciet tegen met de quote: “Goede acteurs zijn goede leugenaars.”
Goede leugenaars, schrijven ze, zijn van nature performers die snel en origineel zijn in hun denken, en zich zo aanpassen aan veranderende omstandigheden. Eigenschappen waarin de improvisatieacteur zichzelf zeker herkent. Daarnaast zijn ervaring en zelfzekerheid belangrijk: een podiumbeest zijn, kan hierbij helpen. Maar daar stoppen de gelijkenissen niet. Goede leugenaars kunnen hun emoties verbergen, zijn welbespraakt, goed voorbereid en spelen in op hun publiek.
Natuurlijk zijn er ook eigenschappen waar acteurs niet noodzakelijk over beschikken. Zo vertrouwen we aantrekkelijke mensen sneller dan mensen die minder knap zijn. Bovendien ben je maar beter slim en de eigenaar van een uitstekend geheugen, want als je jezelf plots tegenspreekt, val je door de mand. Té goed voorbereid zijn, is blijkbaar ook een nadeel: wees spaarzaam met details en gooi af en toe een “ik weet het niet meer” in het gesprek. Niemand kan je tegenspreken als je zelf (zogezegd) niet meer weet waar je zaterdagavond uithing. Blijf ook zo dicht mogelijk bij de waarheid, zodat je leugen nog moeilijker te ontdekken is. Acteurs komen snel in de verleiding om hun leugen te overdenken: een leugen met een uitgebreid plot en gedetailleerde personages komt verdacht over. Aan dat knap en slim zijn, kan je jammer genoeg weinig veranderen. Maar een acteur die oppast voor bovenstaande valkuilen, komt waarschijnlijk wel weg met het vertellen van leugens.
Acteurs lijken, alleszins volgens deze lijst, een beentje voor te hebben op het vlak van liegen. En ik onthoud dat vooral de leugenaar en de improvisatieacteur toch heel wat kenmerken delen. Pas dus toch maar op met dat improvisatietheater.