Wie een toneeltje voor kinderen opvoert, voelt misschien ook dat automatisme opborrelen om een rol uitvergroot en overdreven te spelen. Maar is dat wel nodig? Els De Bodt, algemeen en artistiek directeur van hetpaleis, gruwelt van dat soort theater. “Sommige acteurs gaan er echt van uit dat het zo moet. Ze vrezen dat kinderen anders niet meestappen in hun verbeelding, maar dat is een grote misvatting. Ik begrijp niet waar dat vandaan komt”, stelt ze.
“Je neemt een vierjarige toch even serieus als een volwassene?”, vervolgt Els. “Of de voorstelling voor kinderen is of voor volwassenen, dat mag de manier van spelen niet veranderen. Daarom werken we bij hetpaleis niet met een maximumleeftijd, maar enkel met een ondergrens. Voor we in première gaan, laten we kinderen van verschillende leeftijden kijken en testen we hoe dat binnenkomt. Daarop baseren we dan de uiteindelijke ondergrens. Als een volwassene niet van een kinderproductie kan genieten, dan is het in mijn ogen gewoon geen goede voorstelling. Trouwens, ik zou het liefst van al zonder leeftijdsgrenzen werken.”
Clara Cleymans speelde in december haar vuurdoop voor kinderen met de productie ‘Stille Nacht’ van DE HOE voor hetpaleis. Ze gaat volledig akkoord met Els De Bodt. “Ik gedraag me automatisch kinderlijker, maar ik ga niet overdrijven”, vertelt ze. “Tijdens het repeteren verander ik een beetje in mijn eigen zesjarige ik, ook al speel ik geen kind. We creëren volwassen personages met een kinderlijke intuïtie. Op het podium staan eigenlijk drie grote kinderen die volwassenen zoals dokters spelen. Het is vergelijkbaar met de kracht van Mr. Bean. Kinderen houden van dat personage omdat ze zichzelf erin herkennen, ook al blijft hij een volwassen man.”
Toch is er een belangrijke nuance. “Elke kinderproductie is geschikt voor een ouder publiek, maar niet elk volwassen stuk is geschikt voor een jong publiek”, duidt Els De Bodt, “maar dat heeft dan vooral te maken met thematiek en woordenschat, niet met de manier van spelen. Kinderen van vier jaar hebben simpelweg geen boodschap aan thema’s als seksualiteit of expliciete naaktscènes.”
Clara Cleymans kan dat bevestigen vanuit haar eigen ervaring. “Het stuk ‘Stille Nacht’ werd geschreven (en gespeeld) door Wim Helsen. Zijn soort tekst, humor en personage komt overeen met wat hij voor volwassenen maakt. Het enige dat we in de loop van de productie hebben aangepast, zijn woorden waar kinderen nog te weinig voeling mee hadden.”
Clara Cleymans heeft haar hart verloren aan het kinderpubliek, maar het is voor veel acteurs een drempel waar ze eerst over moeten. hetpaleis ondersteunt theatermakers daar zo goed mogelijk in. “Wij dagen hen graag uit om het eens voor een jong publiek te proberen. Sommigen reageren wat argwanend in het begin, maar ervaren een hele verrijking achteraf. De educatieve ploeg van hetpaleis zorgt daarbij voor de juiste omkadering. Zo hebben we een theatermaker eens een week lang workshops aan kinderen laten geven. Op die manier kon hij zich helemaal verdiepen in hun denk- en leefwereld.”
Voor Clara heeft een kinderpubliek ook een bevrijdend effect. “Een toneelstuk voor volwassenen is soms zo tekstgericht, dat je het echt woord voor woord moet voordragen zoals het geschreven staat. Ik heb minder stress voor een kinderproductie, want daar is meer ruimte voor improvisatie.”
Het is belangrijk dat acteurs weten waar ze aan beginnen, “want kinderen hebben geen filter”, waarschuwt Els De Bodt. “Er is constant feedback vanuit de zaal. Als ze het goed vinden zullen ze het tonen en als ze het niet goed vinden, dan zal je het ook wel horen. Daar moet je als acteur wel mee om kunnen natuurlijk.”
“Kinderen zijn bruut, ze zijn wild en dat maakt het leuk”, vertelt Clara. “In ‘Stille Nacht’ laten we kinderen mee het verhaal bepalen. Ze mogen dan door elkaar naar ons roepen. Als je de decibels tijdens die schoolvoorstellingen zou meten, dan zijn ze te vergelijken met een rockconcert. Wanneer het publiek zo zot en luid tekeergaat, dan wordt dat zelf overweldigend voor ons als spelers op dat podium en krijgen we soms de slappe lach.”
Het blijft de kunst om in die waanzin nog de controle over de groep te houden. “Kinderen geef je een vinger en ze nemen een arm”, gaat Clara verder. “Door hen te laten roepen openden we een poort, die we soms amper nog dicht kregen. Dan moesten we ons in bochten wringen om het weer in de richting van het stuk te krijgen.”
Met kinderen weet je nooit. Zelfs de best voorbereide acteurs, worden nog verrast door de meest onverwachte reacties vanuit het publiek. “Kinderen blijven speciale wezentjes en denken op een andere manier”, gaat Clara verder. “Ze antwoorden niet enkel op wat je hen vraagt, maar ze roepen alles wat in hen opkomt. Tijdens de voorstelling vroegen we of we met een plank of met een stok op zijn hoofd moeten slaan en een kindje riep: “Ik hou van voetbal”. Zalig toch!”
“Theater is een fantastisch medium”, vertelt Els nog. “We betoveren kinderen met een fantasiewereld, waar ze tools uit oppikken die ze in de echte wereld kunnen gebruiken. Op het einde van een redelijk pittige schoolvoorstelling riep een achtjarig kind plots uit de zaal: “Lang leve de verbeelding!”. Als je dat kan bereiken, dan ben je als maker geslaagd.”
Volgens Clara is theater voor kinderen van onschatbare waarde. “We mogen er wat vaker bij stilstaan dat we in een land leven waar scholen gratis naar het theater kunnen. Ik ben zelf gepassioneerd geraakt door op jonge leeftijd naar voorstellingen te gaan. Als ik ook maar één kindje kan prikkelen om zijn droom daarin na te jagen, dan lijkt me dat het mooiste compliment.”