Acht gevangenen op een rij. Een kwade gevangenisopzichter snauwt hen af. Het geluid weergalmt in de hoge kapel. Zo start de repetitie voor het schooltheater van het Sint-Ursula-instituut in Lier. Het stuk dat ze dit jaar zullen opvoeren heet ‘Armzalig’ en is een bewerking van de klassieker ‘Les Misérables’. Regisseur Johan De Paepe, die tevens leerkracht Nederlands is in het zesde jaar, leidt de repetities in goede banen.
De regisseur
Johan is leerkracht Nederlands, schrijver, acteur en regisseur. Sinds 2008 organiseert hij het grootse schoolspektakel waarin zo’n honderd leerlingen samenkomen rond theater, dans en muziek. Johan is vooral verantwoordelijk voor het theatergedeelte. Hij schrijft het stuk, verzamelt de cast en verzorgt de regie. Ook ‘Armzalig’ heeft hij zelf geschreven, op basis van het boek en geïnspireerd door de film en de musical. Vanuit zijn rol als leerkracht Nederlands hecht hij veel belang aan klassiekers. “We hebben afgelopen jaren ook stukken van Shakespeare, Molière en Sophocles gespeeld.”
Dat Johan veel belang hecht aan dit schooltoneel spreekt voor zich. “Het geeft een ongelooflijke dynamiek aan de school. Onze directeur bevestigt ook dat ze daar veel meer mee leren dan in de zoveelste les geschiedenis, Nederlands of Frans en dat klopt ook wel. Het gaat dan niet enkel over je beter leren uitdrukken en je lichaam beter leren kennen, maar vooral ook over hoe je leert samenwerken”, legt hij uit.
Leerlingen vinden of motiveren om mee te doen, is nooit een probleem geweest in Lier. “Er zijn altijd een paar anciens die al eens hebben deelgenomen en die trekken de anderen mee. Ze zijn ook best gedisciplineerd, doordat de oudere leerlingen het doorgeven aan de jongere”, zegt Johan. De audities dienen dan ook niet om te bepalen wie mee mag doen—iedereen krijgt in principe een rol—maar eerder om te kijken welke rol het beste bij welke leerling past. “Toegegeven, dat kan soms wel een lastige puzzel zijn.”
De repetitie
De repetities vinden plaats op woensdag, vlak na de lessen. De leerlingen mogen snel hun boterhammen opeten in de kapel en daarna vliegen ze erin. Er heerst meteen een verrassende professionaliteit. De spelers kennen grote stukken dialoog al uit het hoofd, ze luisteren goed naar de regie van Johan, en wie niet op scène staat, volgt aandachtig van aan de zijlijn.
“De directeur bevestigt dat ze door het schooltoneel meer leren dan in de zoveelste les geschiedenis, Nederlands of Frans.” - Leraar en regisseur Johan De Paepe
Opvallend is dat verschillende leerlingen al een bijzonder goed inzicht hebben in hun personage. Terwijl sommigen al meteen stralen op het denkbeeldige podium, bloeien anderen onder de juiste regie steeds meer open. Wie zich nog niet geheel comfortabel voelt in zijn rol, zoekt in dialoog met de regisseur naar de beste manier om die te vertolken. Bij uitdagende scènes, bijvoorbeeld wanneer de inspecteur gevangenen uitscheldt, of wanneer de fabrieksopzichter de medewerksters op de billen slaat, stijgt het ongemak en spelen ze wat terughoudender, of breekt er een lachbui uit. Maar ook dan is het snel weer over tot de orde van de dag. Johan weet elke speler uit hun schulp te trekken.
Sommige leerlingen zitten de hele repetitie aan de kant omdat hun personage niet voorkomt in de scènes die gerepeteerd worden die dag. Toch zitten ze er niet verveeld bij. “Het is niet omdat je een kleine rol hebt, dat je niet veel leert. Je leert ook door naar anderen te kijken”, legt Johan uit.
De spelers
Wat prikkelt middelbare scholieren om mee te doen? Is het de goede groepssfeer die er heerst, of toch ook het theater zelf? Voor velen is het een combinatie van de twee. Klaas, die als derdejaars voor het eerst meedoet, heeft de liefde voor toneel met de paplepel meegekregen. “Mijn ouders spelen ook allebei toneel, maar ik ben zelf ook altijd heel geïnteresseerd in verhalen en hoe ik die kan maken, of hoe ik daar zelf een deel van kan zijn.” Voor Lode is het dan weer een kans om iets nieuws te leren kennen: “Het is gemakkelijk om mee te doen, ook al heb je nog geen achtergrond in toneel.”
Een groot deel van de leerlingen doet ook buiten school iets met toneel: woord of musical aan de academie, of via de schoolbond. Allemaal geven ze aan dat ze ook na hun middelbare school nog met toneel willen bezig blijven, in de meeste gevallen als hobby, maar voor sommigen als professionele keuze. Dat geldt bijvoorbeeld voor Hannah, die in ‘Armzalig’ de legendarische rol van Jean Valjean mag vertolken. “Ik wil misschien wel toelatingsproeven doen om theater te studeren,” zegt ze, “maar ik moet nog zien waar of hoe, want ik ben in veel dingen geïnteresseerd.”
Dat het toneelstuk dat ze uitvoeren dateert uit de 19de eeuw, vindt geen enkele leerling een probleem. Ze noemen het stuk “legendarisch”, een “prachtstuk” dat ze al kennen van de film of de musical. “Het was een stuk waarvan we ergens wel hadden verwacht dat het zou worden gespeeld, want dat hebben ze al twee keer eerder geprobeerd. Het is natuurlijk echt wel een knaller. Om daar het zesde jaar mee te kunnen afsluiten is echt fantastisch. Ook om een grote rol te krijgen, is geweldig. Dat had ik niet zien aankomen, dus het was een fijne verrassing”, zegt Sterre, die in de rol van politie-inspecteur Javert mag kruipen.
De uitvoering
De cast van ‘Armzalig’ heeft nog drie maanden om te repeteren en alles te laten samenkomen tot een groot spektakel, waar dus ook zang- en dansacts in zitten. “Er zijn elk jaar vijf voorstellingen: één voor de middenschool, één voor hun collega’s van het lyceum — dat is hun meest zenuwslopende voorstelling omdat ze dan bang zijn dat de vriendjes en vriendinnetjes het niet goed zullen vinden — en dan zijn er nog drie publieke voorstellingen donderdag, vrijdag en zaterdag die voor iedereen toegankelijk zijn. Die zalen zitten ook altijd goed vol”, weet Johan ons te vertellen.
Wie geprikkeld is om te gaan kijken en zich te laten overdonderen door jong talent, kan op 23, 24 of 25 mei de voorstelling bijwonen. Wie weet kan je over tien jaar zeggen dat je die ene beroemde acteur of actrice nog hebt zien spelen in een kleine schoolvoorstelling in Lier.