Nieuwe wetgeving: geen paniek, wel opletten
Sinds 1 mei is er een nieuwe wetgeving voor vzw’s. Verenigingen die na 1 mei 2019 zijn opgericht moeten daaraan meteen voldoen, bestaande vzw’s krijgen nog even de tijd om zich aan te passen. Hieronder zetten we hoofdpunten op een rijtje. Het is een goede aanleiding om het statuut van je vereniging nog eens onder de loep te nemen.
Eerder dit jaar keurde de Kamer de nieuwe vennootschaps- en vzw-wet goed. Die moest eenvoudiger en transparanter worden, nauwer aansluiten bij de realiteit en de Europese regelgeving én aantrekkelijker worden voor bedrijven die zich in België willen vestigen. Wat verandert er?
De vzw krijgt een nieuwe definitie
In de nieuwe definitie staat nu expliciet dat een vzw een belangeloos doel nastreeft (vroeger moest je dit tussen de regels lezen). Dit betekent in de praktijk dat je vzw in haar statuten duidelijk moet omschrijven wat haar belangeloos doel is. De meeste vzw’s doen dit wel al.
Winst maken mag
Een meer ingrijpende wijziging is dat vzw’s vanaf nu onbeperkt economische activiteiten mogen ondernemen, zolang de winst niet wordt uitgekeerd, maar binnen de organisatie blijft. De enige uitzondering op dit winstuitkeringsverbod is wanneer dit past binnen het kader van het belangeloos doel (bv. een jeugdbeweging die met de opbrengst van een wafelenbak gratis activiteiten organiseert voor haar leden).
Wel moet je opletten dat de economische activiteiten niet de hoofdbrok worden, want dan kan de vzw onder de vennootschapsbelasting vallen en kom je in een ander fiscaal regime terecht. Dat kan ook nadelig uitpakken voor je vrijwilligers.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Met de nieuwe wet worden bestuurders meer gewezen op hun verantwoordelijkheid tegenover de vzw en derden. Hun aansprakelijkheid wordt zowel versterkt als ingeperkt.
Omdat de raad van bestuur van een vzw een collegiaal orgaan is, zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor de beslissingen of nalatigheden. Dat wil zeggen dat zij ieder apart voor het geheel van de schade kunnen worden aangesproken. Ze worden wel ontheven van hun aansprakelijkheid als ze zelf geen deel hadden aan de fouten en er melding van hebben gegeven. De raad van bestuur wordt verplicht om notulen van haar vergaderingen op te stellen. De mededeling van een fout door een bestuurder en de bespreking ervan moet dus ook in de notulen worden opgenomen.
De wet voorziet een duidelijke aansprakelijkheidsbeperking van de schadevergoeding tot bepaalde bedragen – dat was niet het geval onder de huidige wetgeving.
Opgelet: je bent onbeperkt aansprakelijk als je als bestuurder een zware fout maakte (bv. je vergat een bouwvergunning aan te vragen voor je nieuwe jeugdlokaal).
Faillissement mogelijk
Sinds 1 mei 2018 worden vzw’s als ondernemingen beschouwd en kunnen ze failliet verklaard worden. Ze kunnen ook voorwerp worden van een procedure van gerechtelijke reorganisatie (een gerechtelijk minnelijk akkoord, een collectief akkoord of een overdracht onder gerechtelijk gezag).
Wat is de timing?
Nieuwe vzw’s moeten meteen voldoen aan de nieuwe wet. Voor de bestaande vzw’s wordt de wet van toepassing vanaf 1 januari 2020. De algemene vergadering kan wel beslissen om zich al vroeger aan de nieuwe wet aan te passen. Hoe dan ook is elke vzw verplicht om bij elke statutenwijziging van na 1 januari 2020 de statuten te conformeren aan de nieuwe wet. En ten laatste op 1 januari 2024 moeten bij alle vzw’s de statuten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de wet.
Hoe bereid je je voor?
Laat een bestuurder de statuten nakijken in de loop van 2019. Agendeer een statutenwijziging op de algemene vergadering. Kijk je bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeringen na. Meer uitgebreide informatie is te vinden op de websites van o.a. De Federatie en Switch. Bij die laatste vind je ook een handig sjabloon om zelf statuten voor je vzw te schrijven of aan te passen.
Dominic Depreeuw