CLAUDE LAMMENS

Wat raakt je? Wie bewonder je? Wie of wat heeft je geïnspireerd? Die vragen stellen we telkens aan iemand met een hart voor de podium- kunsten. Wie weet raken wij ook bewonderenswaardig geïnspireerd. Deze keer aan het woord: Claude Lammens. Hij schrijft, speelt en regisseert. Maar bovenal heeft hij al heel wat theaterklassiekers kleurrijk hertaald naar het Brussels dialect.
MAKEN EN RAKEN
“Ik moet niet ver zoeken om te zeggen wat mij raakt. Gisteravond zag ik bij het Brussels Volkstejoêter voor het eerst de uitvoering van een tekst die ik verbrusseld heb: ‘n Klein Miseire naar Éric-Emmanuel Schmitt. Dat heeft me naar de strot gegrepen. Ik voel me zo geprivilegieerd om dat vertaald te hebben en aan die voorstelling te hebben bijgedragen. En doorheen de voorstelling herinner je je dan het schrijfproces waar je zelf doorheen bent gegaan.”
“Dat geldt in het algemeen wel als je iets maakt, schrijft, schildert en dan het resultaat van dat ambachtelijke werk kunt tonen. Voor een schrijver is dat mogelijk nog straffer dan voor een schilder die met zijn 30 recentste werken een vernissage geeft. De respons die je als schrijver krijgt van cultuurminnaars doet zo’n goed. Ik denk dat de impact zoiets is als voor een componist die iets op papier heeft gezet en het dan voor het eerst hoort uitvoeren door een Filharmonisch Orkest.”
VULGAIRE INSPIRATIE
“Eigenlijk is er vooral heel veel inspiratie te halen uit het dagelijks leven. Ik ben nu bezig met het verbrusselen van de sonnetten van Shakespeare. Dat is heel ambachtelijk. Je moet zoeken hoe je daar een draai aan geeft, zodat het herkenbaar is en toch ook Shakespeareaans. Je wil de rijmen en jamben respecteren en tegelijk de inhoud vrijwaren. Om het dan toch dicht bij de mensen te houden, inspireer je je op het gewone alledaagse leven. Het dialect helpt daar ook bij. Dialect komt meer uit de ziel van de mens. De tekst wordt authentieker. Het is kleurrijker, vettiger, gemeender. Gemener ook. Maar juist die rauwheid van dialect is heel mooi. Ik ben opgegroeid in een smeltkroes van dialect. Mijn ouders spraken thuis elk in een ander dialect. Op school hoorde ik dan AN, op straat Brussels, onze buurvrouw was van Brugge, dus ik denk dat ik zo veel voeling heb gekregen met dialect. Het geeft meer kleur, meer reliëf.”
SOMS ZIT HET MEE, SOMS ZIT HET TEGEN
“Ik ga vaak kijken, ook veel amateurtheater. De laatste tijd heb ik geregeld voorstellingen gezien... Ik zeg het eerlijk: ik ben na de pauze gebleven uit beleefdheid. Dat klinkt misschien arrogant, maar ik vind: als het niet goed is, moet je dat ook tegen mekaar kunnen zeggen.”
“In de KVS zag ik onlangs Para door Bruno vanden Broecke. Wauw! Dat was heel straf. Hoe één acteur die ruimte kan vullen, helemaal alleen. En zo authentiek. Dat was een theaterorgasme. Ik was fier dat ik daar zat. Fier dat ik dat mocht meemaken.”
DOMINIC DEPREEUW