
.
“Waar twee of meer mensen samen zijn, worden verhalen verteld.”
Laten we ervan uitgaan dat elke samenkomst in een positieve sfeer een feest is. Dit kan heel groot zijn, zoals een stad die ettelijke honderden jaren bestaat. Een tussenmaat, zoals een trouwfeest of een pensionering. Of ook heel klein, zoals op 1 januari bij de bomma langsgaan om pistoletjes te eten.
Laten we er dan ook van uitgaan dat theater niet alleen toneel is, maar ook vertellen of speechen of dansen of poppenspel. Theater is een verzamelnaam voor wanneer levende acteurs een voorstelling brengen voor publiek.
Dan durf ik stellen dat er op elk feest theater aanwezig is, en dat de gasten zowel de uitvoerders als het publiek zijn. Ik durf niet beweren dat theater altijd de hoofdact is. Op een trouwfeest komen we voor het jawoord, niet voor de sketches van de neven en de nichten. Maar bij stadsverjaardagen horen massaspektakels en bij nieuwjaarsfeestjes horen brieven.
Op de grote feesten is het theater goed voorbereid en het publiek ook. Je hebt een ticket gekocht of de evenementplanning gelezen. Je weet dát er theater komt, ook al weet je niet altijd wát er komt.
Maar op kleinere gebeurtenissen is het concept van het theater veel vager. Het werd niet altijd aangekondigd en de gasten zitten er dikwijls niet op te wachten. Hun geduld wordt soms al beproefd door liedjes met zelfgeschreven teksten, laat staan dat daar dan nog speeches of toneelstukjes op volgen. De gasten zijn gekomen voor het feest, om de andere gasten te ontmoeten, om samen te zijn.
Daarom is het belangrijk om goed na te denken over hoe theater een plek kan krijgen op het feest in kwestie. Het is niet omdat het om een andere setting gaat dan een podium en een zaal vol mensen die een ticket gekocht hebben, dat je je niet moet voorbereiden. Je toneelstukje of je verhaal moet een begin, een midden en een einde hebben. Je moet voor ogen hebben wat je wilt bereiken: wil je het publiek ontroeren, het feestvarken ergens voor bedanken of iedereen entertainen? Hoe lang mag je stuk duren? Wil je iedereen bereiken, of gaat het om binnenpretjes die maar een handvol mensen zullen snappen? Wie is je publiek en hoe risqué kan je gaan? En is je stukje theater wel welkom?
Omdat het om een samenkomst van verschillende mensen gaat, mag de spotlight gedeeld worden. Op een feest hebben uitvoerders en publiek een hechte band, omdat ze allemaal als gasten aanwezig zijn. De grens tussen uitvoerder en publiek vervaagt. Een speech moet niet te lang duren. Een sketch met binnenpretjes mag gewoon oppervlakkig grappig zijn, zodat je het ook leuk kan vinden als je de dubbele bodem niet mee hebt. Een verhaal is het leukst als iedereen een aanknopingspunt vindt, zowel kinderen als volwassenen.
Maar ook het publiek deelt de spotlight. Niet alleen omdat ze in speeches vernoemd worden, of omdat ze sterker reageren doordat ze de uitvoerders beter kennen. Meestal gaat het licht in de zaal niet helemaal uit en zien we elkaar beter. We maken oogcontact, we lachen, we bieden snel een zakdoek aan als we zien dat iemand het nodig heeft. We staan als publiek met één voet in het theaterstuk.
Ook voor improvisatie is er ruimte op een feest, al denk ik daarbij vooral aan vertelkunst. Aan de tafel, bij het aperitief, in de rij aan het toilet. Waar twee of meer mensen samenzijn, kunnen verhalen worden verteld. Ook hier geldt de gouden regel dat een verhaal een begin, een midden en een einde moet hebben, maar er is een oneindige keuze aan onderwerpen. Tegen de bomma vertel je wat je meegemaakt hebt op weg naar de feestzaal. Tegen een collega vertel je wanneer je de nu-gepensioneerde collega voor het eerst hebt leren kennen. Tegen een andere genodigde die je toevallig voor het eerst ontmoet vertel je over je laatste reis. Vertellen is niet alleen maar sprookjes voorlezen voor kinderen, je doet het meer dan je beseft.
Een streepje theater kan een feest in gang zetten, de sfeer verlichten of het ijs breken. Maar soms moet je ook de beslissing nemen om je stuk niet op te voeren. Theater is op een feest niet de hoofdact. Dan kies je er soms beter voor je speech als brief te versturen, een video te maken van je sketch, of gewoon te beslissen dat een volle dansvloer vol lachende gezichten belangrijker is dan jouw moment in de kijker.
Als we bij theater alleen denken aan wat acteurs op een podium neerzetten, doen we onszelf en onze feesten tekort. Al moeten we de geïmproviseerde toneeltjes van de kinderen op familiefeestjes er bij nemen.
Tine Claus
“Waar twee of meer mensen samen zijn, worden verhalen verteld.”
“Ik durf te stellen dat op elk feest theater aanwezig is.”
“Op een feest hebben uitvoerders en publiek een hechte band.”