Sterven op de planken: hoe doe je dat?
Jane Austen schreef ooit No man dies of love but on the stage. Niemand sterft van liefde, behalve op het toneel. Dat klinkt op zich aannemelijk, denk maar aan Lanseloet van Denemarken of aan Romeo & Julia, maar eigenlijk is het niet zo vanzelfsprekend. ‘Sterven’ is namelijk de actie bij uitstek die de grenzen van het lichaam overschrijdt en die nooit echt écht kan worden uitgevoerd op de scène. Al sinds de eerste stappen van de mens op de bühne wordt er gezocht naar oplossingen voor dit probleem. Ook vandaag nog wordt er op uiteenlopende, vaak bloederige, maar soms ook op humoristische wijzen omgegaan met de vraag: sterven op de planken, hoe doe je dat?
Over het allermoeilijkste aan sterven op de planken zijn de acteurs het allemaal eens. Dat is namelijk niet het doodgaan zelf, maar wel het dood zijn: stil blijven liggen, niet door je buik ademen en vooral, je lach inhouden.
Eerst zien, dan geloven?
In de Griekse tragedies van onder ander Aischylos, Euripides en Sophocles werd er heel wat afgevochten, -gemoord en -gestorven. Omdat deze gruwelijke gebeurtenissen enerzijds op z’n zachtst gezegd nogal moeilijk te ensceneren waren en anderzijds omdat ze niet geschikt waren voor het oog van het gevoelige publiek, schakelden de Grieken een bode in. Zo’n bode bracht vaak in huiveringwekkend gedetailleerde taal een ooggetuigeverslag van de feiten. In tegenstelling tot de ogen, mochten de oren van het publiek blijkbaar wél aan zulke dramatische scenes worden blootgesteld.
Het oog wil ook wat
De techniek van het bodeverhaal werd nog heel lang gebruikt. Ook in de middeleeuwen zien we gelijkaardige procedés voor het ten tonele brengen van moorden en sterfgevallen. Toch gingen de middeleeuwers mogelijk al iets gewaagder aan de slag. Aan het einde van het toneelstuk Esmoreit bijvoorbeeld, wordt de slechterik ontmaskerd. De bijbehorende regieaanwijzing luidt: ‘Robbrecht hanct men hier’, wat zoveel betekent als ‘hier wordt Robrecht opgehangen’. Betekent dat dat er werkelijk een speler werd opgehangen op het toneel? Onmogelijk is het niet, maar over hoe dat precies in zijn werk ging, is tot op heden helaas weinig geweten.
Iedereen dood dankzij Shakespeare
Toneelstukken die vandaag nog heel vaak worden opgevoerd en waar druk in gestorven wordt, zijn ongetwijfeld de Shakespeareaanse tragedies. Letterlijk bijna alle hoofdpersonages komen op één of andere manier aan hun einde in die toneelstukken. Aangezien Shakespeare geen bodeverhaal in zijn teksten verwerkte, moeten de acteurs die de rollen vertolken hun dood faken op de scène. Ik praatte met een aantal amateurgroepen die Shakespeare speelden en allemaal op geheel eigen wijze de sterfscènes ensceneerde. De jongeren van de Zoltan Kodaly academie uit Schilde speelden Hamlet en kozen voor ‘een lekker dramatische aanpak.’ Voor het eerst werkten ze met echt nepbloed. Marie Trappers, die de rol van Hamlets moeder Gertrude voor haar rekening nam, dronk van een gifbeker die ermee werd gevuld en liet de rode vloeistof over haar lippen naar beneden lopen. De Olense Tejaterbende Oeps! pakte de uitvoering van Hamlet anders aan. Zij kozen voor humor en Hamlet en co stierven een eerder karikaturale dood. Met een houten zwaard werden de personages ‘neergestoken’, ze vielen op hun knieën en vervolgens plat op de grond. Enkel Ophelia, gespeeld door Lorien Verachtert, kreeg een meer tragisch einde. Terwijl ze haar sterfmonoloog ten berde bracht, ging ze stilletjes aan op de grond liggen. Op de achtergrond speelde een vrolijk filmpje in combinatie met een triest lied. Aan het einde daarvan, was Ophelia ‘vredig verzonken’. Tejater Restant uit Buggenhout koos voor een andere Shakespeare-klassieker, namelijk Romeo & Julia. Dorien Meskens, de dame die in de huid van Julia kroop, vertelt dat ze van een flesje moest drinken en daarna zo geloofwaardig mogelijk moest ineenstuiken. Dat was vooral eng en niet makkelijk omdat niemand die nog leeft, weet hoe het is om dood te gaan; dat dan overtuigend ‘uitbeelden’ voor een publiek is een grote uitdaging. Over het allermoeilijkste aan sterven op de planken zijn de acteurs het allemaal eens. Dat is namelijk niet het doodgaan zelf, maar wel het dood zijn: stil blijven liggen, niet door je buik ademen en vooral, je lach inhouden.
Geschreven door Anke, 2017.