Artikel door Lennerd en Fiene
Wie is Loïs?
Loïs is 15 jaar oud studeert Grieks-Latijn in het vijfde middelbaar en ze heeft redelijk veel hobbies. En dat is nog maar een understatement. Ze danst reeds negen jaar Flamenco, heeft een verleden in ballet, maar daar is ze – naar eigen zeggen - niet elegant genoeg voor. Daarenboven heeft ze wel een talent voor tennis. Naast haar sportieve persoonlijkheid schuilt zeker ook een creatieveling in haar. Ze tekent en schrijft heel graag, maar ze is eveneens verzot op theater en musical. Door het zelf spelen en actief bekijken van voorstellingen, begon het te kriebelen om zelf een theatertekst uit te schrijven.
Vanwaar is het idee gekomen om te beginnen schrijven aan dit stuk?
Oeioei, dat is een lang verhaal… Dat is begonnen met een wedstrijd een hele tijd geleden. Mensen van mijn leeftijd konden een tekst insturen om een theaterstuk te schrijven rond het Rabot. Ik ben dan samen met een vriend - die één jaar ouder is - hieraan begonnen. Wij merkten dat de schrijversopdracht ons te veel in een kotje stak. We moesten teveel rekening houden met dingen die we niet echt wilden. Uiteindelijk zijn we beginnen bellen en mailen naar mensen van “Hey, wij willen dit doen, wil je helpen?”. En uiteindelijk is die vriend me moeten stoppen met het project voor schoolwerk en ja… en ik wou verder gaan. Dus dit was ook weer redelijk impulsief.
Dus jullie zijn eigenlijk met twee begonnen, en is het stuk dan nu veel veranderd?
Ja. Het initiële verhaal is gebleven, het concept en het plot is gebleven maar ik heb heel veel tekst veranderd. Ik ben veel abstracter beginnen werken - is dat raar om te zeggen?- ook meer met beweging in mijn hoofd in plaats van tekst.
Kan je ons vertellen waarover het precies gaat?
Het bevat twee thema’s: het gaat over het ontmoeten van jongeren en over vergeten. Het gaat eigenlijk over twee jongeren, een jongen en een meisje met een zeer verschillende achtergrond. Ze komen elkaar zeer toevallig tegen en ze ontwikkelen een band die opbouwt. Ze werken samen aan hun dromen en proberen ze waar te maken. Wanneer dat lijkt te lukken begint die jongen eigenlijk alles te vergeten waardoor alles valt en kapot gaat eigenlijk.
Mogen we spreken bij die jongen dat het gaat over vroeg-dementie of is het iets totaal anders?
Ja, eigenlijk wel. Ik heb me niet gebaseerd op een concrete ziekte, maar er zijn wel wat overeenkomsten met vroegtijdige dementie.
Waar heb je je inspiratie dan uit gehaald?
Ik wou heel graag iets maken voor heel weinig personages. Wij zijn begonnen met twee en ik wou eigenlijk ook dat het gespeeld werd door twee mensen, waarbij er op het einde slechts één iemand blijft staan, zoals onze ‘loopbaan’ zo een beetje. Ik heb over dromen geschreven, want dit is eigenlijk wel een droom voor mij die uitkomt, ik weet het, het klinkt allemaal wat cliché, maar het is zo. Ik wou dat daar ook wel in steken. Ik heb ook een heel sterke band met mijn oma, voor alle duidelijkheid: zij is niet dement, maar zij heeft een hele goede vriendin en die is wel dement. Ik zag dat gebeuren op het moment dat ik aan het schrijven was en ik dacht dat ik hiermee iets had dat het verhaal kon doen omschakelen.
Hoe ben je concreet te werk gegaan?
Na mijn telefoontje zijn we met Peter in contact gekomen die dan zei: “begin in dertien scènes te schrijven, beginnend met proloog, dan elf scènes,…” en zo hebben we dat stap voor stap opgebouwd en van een verhaaltje tot een tekst gekomen en zo verder werken en verder werken.
Wie was die Peter die je gebeld hebt?
Peter Thyssen is onder andere acteur en regisseur en lichtelijk iemand waar ik heel hard naar opkijk. Ik ben heel dankbaar dat hij mij tot hier heeft geholpen. Hij heeft mij zo veel geholpen en hij heeft daar nog niets voor terug gekregen.
Kende je hem al?
Nee. Wel van zien spelen maar persoonlijk niet. Dus dat was weer een impulsief idee om hem te sturen.
Wat waren de grootste moeilijkheden tijdens het creatieproces?
Zeker zijn van mezelf. Want ik heb heel veel gedaan waarvan ik dacht: “Zou het niet anders kunnen?”. Ik heb nu acht maanden geschreven aan dit stuk en ik heb tot op de dag van vandaag nog steeds geen titel en ik vind dat echt erg. Ik kan me dus niet settelen op een titel omdat dat het eerste is wat mensen zien dus dat moet goed zijn. Ook heb ik steeds nieuwe ideeën en dan denk ik: ”Zou ik dit niet kunnen gebruiken en dat dan toch proberen insteken”. Uiteindelijk komt dat dan allemaal samen tot een geheel en ik denk dat er nog wel dingen zullen veranderen.
Stel dat het in de praktijk wordt gebracht, zijn er bepaalde acteurs of een gezelschap waarvan je denkt, ‘die zouden mijn stukken mogen brengen’?
Ik heb niemand echt concreet van wie ik denk ‘jij moet het doen’ of ‘jullie moeten het doen’. Gewoon mensen die het echt graag willen doen en die iets of wat van connectie vormen. Eigenlijk zou ik het leuk vinden moest het gespeeld worden door mensen die niet zoveel ervaring hebben en die graag zouden willen spelen. Tegen deze mensen zou ik zeggen: ‘Hier, ga ervoor!’.
Moest iemand het nu spelen, zou je het graag graag zelf nog in de hand hebben om te regisseren. Zou je graag samen werken met de regisseur of zou je de regisseur gewoon zijn goesting laten doen?
Moesten ze mij die kans geven en mij daarin begeleiden, graag! Alle dingen die ik kan beleven, waar ik kan van proeven, op dit punt, graag! Het is ervoor gemaakt, het is experimenteel.
Maar nog liever dan het stuk regisseren, zou ik het zelf willen spelen. Ik zou wellicht elke avond wenen als ik het zou spelen.
Zijn er nog concrete tips die je kan geven aan jongen die een gelijkaardig idee hebben?
Eigenlijk maar één ding: ‘gewoon doen!’ Je hebt niets te verliezen op dit punt. Het is niet als dit niet werkt, dat er iets valt ofzo. Ik heb tot nu toe geen carrière opgebouwd die kan kapot gaan. Het kan alleen maar goed gaan en als het niet werkt, dan is het jammer. Er komt nog wel eens een andere gelegenheid. Gewoon doen!!
Benieuwd naar haar theatertekst? Je vindt hier alvast een fijne teaser waarin ze een stukje voorleest. Wij wachten intussen vol ongeduld tot ze de definitieve versie laat opnemen in onze Theaterbib zodat iedereen hem kan ontlenen.
Heb je vragen over de tekst, mail dan gerust naar Loïs via vanmijnaarjouenterug@gmail.com
Artikel en filmpje door Lennerd en Fiene, 2017